Urodynamisch onderzoek (UDO)

UDO.jpg

Tijdens een  urodynamisch onderzoek wordt de functie van de blaas onderzocht. De gevoeligheid, de activiteit en de capaciteit van de blaas worden bepaald. Ook wordt gekeken hoe het ophouden van de plas en het uitplassen gaat.

Voor het onderzoek zullen we u vragen te plassen en moet uw blaas leeg zijn. Hiervoor wordt een katheter in uw blaas gebracht. Zo kunnen we zien of u de blaas goed leeg kunt plassen. Na het leegmaken van uw blaas wordt de katheter verwijderd.

Daarna  wordt een andere katheter in uw blaas gebracht. Deze katheter meet de druk in uw blaas. Via de katheter wordt de blaas gevuld met water. Zo bootsen we een normale blaasvulling na. Hierdoor gaat u aandrang tot plassen voelen. Tijdens het onderzoek vragen we u aan te geven wat u voelt: lichte aandrang, normaal blaasgevoel, sterke aandrang, volle blaas. We vragen u ook een aantal keer te hoesten tijdens het onderzoek. Door het hoesten kan de werking van de katheters gecontroleerd worden en kan worden vastgesteld of u tijdens het onderzoek urine verliest.

Voor het meten van de druk in uw buik en het beoordelen van de zuivere werking van de blaas wordt een katheter in uw anus of vagina gebracht. Om de activiteit van uw bekkenbodem te kunnen beoordelen worden stickers (elektroden) geplakt ter hoogte van de anale sluitspier.

Beide katheters meten druk (blaasdruk en buikdruk) welke wordt weergegeven op een grafiek op een computer. Ook de activiteit van de bekkenbodem en de hoeveelheid vocht die u plast worden in een grafiek weergegeven.

Het onderzoek duurt 30-40 minuten. De resultaten zijn onmiddellijk beschikbaar.

Nadien kan er tijdelijk irritatie of wat bloed zijn tijdens het plassen. We adviseren de dag van het onderzoek veel te drinken. Bij aanhoudende last en/of koorts, moet een urineweginfectie uitgesloten worden en wordt best terug contact opgenomen.